Kunsteducatie in vakken zoals handenarbeid en tekenen zijn een belangrijke activiteit om de creativiteit van leerlingen te stimuleren. Maar deze vakken creëren vaak ook veel afval. Kunstenaar en docent Froukje van de Weg zag als docent beeldende vorming hoeveel afval ze weggooide, en besloot dat dit anders moest. Het Ministerie van Hergebruik heeft als missie dat alle scholen afvalvrije kunsteducatie aanbieden. Ze zijn recent supporter van Eco-Schools geworden.
In het kort: Wat is de missie van het Ministerie van Hergebruik?
‘’Wij willen kunsteducatie afvalvrij maken. Ik heb zelf een achtergrond in het onderwijs, ik gaf les in handvaardigheid. Ik kon mijn interesse in duurzaamheid niet kwijt in deze lessen. Maar belangrijker nog: ik gooide enorm veel afval weg, twee kliko’s per week. Dat waren daarvoor gewoon gloednieuwe materialen. Dit zette me aan het denken dat andere scholen hier vast ook tegenaan liepen. Ik heb aan de hand van mijn ervaringen berekend hoeveel afval er ongeveer omgaat in deze sector: dat is 3 miljoen kilo afval per jaar voor kunsteducatie!
Ik keek naar een duurzamere oplossing maar kon deze niet vinden. Toen ben ik het zelf maar gaan doen: ik zette het Ministerie van Hergebruik op. Wij bieden lespakketten en materialen aan die volledig uit reststromen bestaan. Daarnaast verhuren we ook gereedschap en kleine machines. Het is zonde als we deze allemaal aanschaffen terwijl we ze ook zouden kunnen delen met elkaar.’’
Hoe doe je dat?
‘’Bij scholen wordt überhaupt veel afval geproduceerd, maar zeker in de kunstvakken. Dat moet en kan anders. Knutselmaterialen zoals cheniledraad, pompons en kurken zijn goed te vervangen door restmateriaal. Denk hierbij aan hout, textiel, papier en karton. Deze materialen zijn in andere sectoren over en zijn voor hen gewoon afval. Dus daar zie ik een mooie match. Ik haal het restmateriaal bij verschillende zaken op, vooral het MKB. Bijvoorbeeld een interieurstylist die veel gordijnenstalen over heeft. Dat zijn hoogwaardige stoffen, maar zij kunnen hier niks mee en vinden dat zelf ook zonde. Op deze manier krijgen die materialen een tweede leven en kunnen zij als bedrijf bijdragen aan een maatschappelijke missie.’’
Hoe zien de lessen eruit uit de lespakketten?
‘’Ik bied de pakketten voornamelijk aan basisscholen aan, maar ook ander onderwijs kan er gebruik van maken. Aan het VO lever ik restmateriaal voor hun eigen lessen. De lespakketten bestaan uit vijf lessen. Ik heb deze ontwikkeld aan de hand van de theorie van authentieke kunsteducatie. Je wilt hierbij aansluiten bij de hedendaagse praktijk, professionele kunstpraktijken, de belevingswereld van leerlingen en actuele maatschappelijke thema’s. De overlap tussen dit alles geeft ruimte voor een relevante les voor de leerling!
Ik vind het belangrijk dat leerlingen ervaren hoe het is om samen iets te maken, en samen te werken binnen deze opdrachten. De SLO doelen spelen ook een rol: de structuur die zij aanhouden is onderzoeken, ontwerpen, uitvoeren en presenteren. Allereerst gaan ze bezig met vooronderzoek. Bijvoorbeeld aan de hand van een item uit het Jeugdjournaal van twee jongens die in een eco-wijk wonen waar ze energieneutraal wonen en veel dingen gemeenschappelijk doen.
Vervolgens onderzoeken ze hoe kunstenaars werken en maken ze schetsen: hoe maak je eigenlijk een boomhut? Ik vind het belangrijk dat ze eigenaarschap hebben over het maakproces. Maar breder vragen we ze ook na te denken over een samenleving in deze opdracht en zo koppelen we kunsteducatie ook aan burgerschap. Hierna presenteren ze hun ontwerp en tot slot reflecteren ze op het maakproces. Het gaat hierbij dus niet alleen om het eindresultaat, maar juist ook over het proces!’’
Hoe zit duurzaamheid verweven in de lespakketten die je aanbiedt?
‘’De leerlingen kijken op een andere manier naar afval na de lessen. Ze realiseren zich ineens dat je met alles iets kan maken! Dat is fantastisch om te zien. Op een school namen de leerlingen nog allemaal eigen verzameld restmateriaal mee als aanvulling. Een leerling woonde op een boerderij en kwam met dozen resthout aanzetten.
Ik hoop ook dat de lessen duurzaamheid in bredere zin aankaarten. Uiteindelijk is het het mooiste als ik mezelf overbodig heb gemaakt. Dat het systeem op scholen zo werkt dat ze volledig met restmaterialen kunnen werken. Zo’n systeemverandering kost natuurlijk tijd, maar deze lessen zijn een stap die kant op!’’
Sinds een jaar ben je ook supporter van Eco-Schools. Waarom ben je Eco-Schools supporter geworden?
‘’Ik zie een grote overlap in onze missies. Scholen willen echt minder afval produceren en de leerling meenemen hierin. Maar het is ook een grote uitdaging want op elke school speelt wel iets, van algemene drukte tot lerarentekort. Iets nieuws oppakken kan als eng en groot voelen.
Scholen willen middels mijn lessen of via een andere weg een apart project rondom duurzaamheid doen. Maar ik wil ook vast in het curriculum iets kunnen betekenen. Ik wil, net zoals Eco-Schools, duurzaamheid in het DNA van de school zetten!
Op die manier sluiten de lessen aan in een breder verhaal dat we leerlingen leren. We moeten allemaal, leerlingen en volwassenen, anders omgaan met de materialen die we hebben. De volgende generatie speelt daarin een grote rol. Laten we hen iets waardevols meegeven: namelijk dat afval niet bestaat.’’
Wat zou je Eco-Schools scholen willen meegeven die overwegen bezig te gaan met kunsteducatie met restmaterialen?
‘’Het is echt makkelijker dan je denkt om met restmateriaal te werken, en het is véél breder dan je denkt! Van binnenbanden van fietsen tot hout, er zijn onwijs veel mogelijkheden. Neem vooral contact op want ik denk graag met je mee.
Bovendien ben ik ook niet bang voor een challenge. Als je één opdracht met een specifiek materiaal wilt uitvoeren dan kan dat. Ik vind het juist een uitdaging om op zoek te gaan naar restmaterialen en zo precies te bieden wat een school zoekt. Daarnaast denk ik graag mee hoe je één van je materialen misschien wel kunt vervangen voor restmateriaal. Als iedereen één materiaal dat standaard in het curriculum wordt gebruikt vervangt voor restmateriaal, is dat al een super mooie stap!’’